Categorieën
Terug in de taal

kwast

Een probaat middel tegen ‘volkskanker’

Op 2 mei van dit jaar zal de moeder aller Nederlandse toneelstukken – Vondels beroemde tragedie Gijsbreght van Aemstel – tijdens het York International Shakespeare festival eenmalig in een Engelstalige versie worden opgevoerd door Britse acteurs en de kern van de Amsterdamse cast van Theater Kwast. Zou de naam van dit gezelschap zijn oorsprong vinden in het drankje kwast dat eind negentiende eeuw mateloos populair was in Nederland?

Citroentje met suiker?

Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) kent maar liefst vier artikelen met kwast als trefwoord. Het kan een versiering of penseel zijn, een knoest in het hout, een malle vent of een drankje. De eerste drie betekenissen hangen mogelijkerwijs etymologisch samen, terwijl vaststaat dat kwast in de vierde betekenis een geheel andere oorsprong kent. Dat woord is namelijk een verkorting en een verbastering van het Engels lemon-squash, een drank, bestaande uit citroensap met water en suiker.

Het non-alcoholische drankje, dat in het zuidelijk deel van het Nederlandse taalgebied onbekend is, kwam in het laatste decennium van de negentiende eeuw in gebruik. In plaats van een echt citaat geeft het WNT een zogeheten poëem, een door de redactie geschreven voorbeeldzin waaruit de betekenis blijkt. Als de redactie toentertijd – het artikel kwast verscheen in 1910 – de beschikking had gehad over Delpher dan had zij zonder enige moeite authentieke zinnen uit kranten kunnen aanhalen.

Werkman voor de werkman

Om te ontsnappen aan hun troosteloze bestaan namen veel 19e-eeuwse arbeiders hun toevlucht tot de jenever. Niet voor niets kreeg deze sterke drank de schertsende bijnaam ‘volkskanker’. Lange tijd werd bier gehouden voor een onschuldig, ja zelfs gezond alternatief. Maar toen bleek dat het drinken van een glas bier net zo schadelijk was als de inname van een glaasje jenever, werd de kwast – deftig lemonsquash en ordinair (en metonymisch) werkman geheten – in de loop van 1896 plotseling dé lievelingsdrank van het volk. En dat terwijl er rond 1890 nog werd neergekeken op de drank die diamantslijpers of handelaars – mensen die helder van hoofd en zinnen moeten zijn – hadden leren kennen aan de andere kant van het Kanaal.

Kilo’s suiker

De uitbaters van cafés hadden er geen probleem mee dat de bieromzet kelderde door de populariteit van kwast. Het alcoholvrije drankje bracht namelijk veel meer geld in het laatje dan bier. Voor een dubbeltje konden kasteleins tien losse citroenen kopen, waarmee ze ongeveer vijftig kwasten à tien cent per glas konden maken. In sommige cafés werd op een warme zaterdag en zondag maar liefst 80 kilogram suiker gebruikt om kwast te kunnen maken. Suiker was goedkoop, dus de winstmarge was groot. In de kranten werd daarnaast ook nog op een hele reeks immateriële winsten gewezen:

Zou men eindelijk het geluk gehad hebben een onschadelijken drank te vinden, die den dorst lescht en verfrischt en de zinnen niet bedwelmt, en waarvan niet de geringste verdienste is, dat hij goedkoop is en in den smaak blijft vallen ? ’l Is te hopen! (Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage, 27 juli 1896)

Kunst en wetenschap

Terug naar de vraag uit de inleiding. Heeft Theater Kwast zijn naam ontleend aan dit vroeger immens populaire drankje? Nee, zo liet artistiek leider Imre Besanger me weten: de letters K en W staan voor Kunst en Wetenschap en daar zijn de letters ast vervolgens aan toegevoegd, met het idee dat je met een kwast ook altijd iets creëert. Zoals een Engelstalige uitvoering van de Gijsbreght.


Meer lezen