Categorieën
Terug in de taal

ruggenbeen

Beweeglijke botjes.

De afgelopen week stonden twee oude rockers volop in de belangstelling. Zaterdag trad in zijn geboortestad Birmingham Ozzy Osbourne (76) voor de allerlaatste keer op met zijn legendarische metalband Black Sabbath. De ‘Prins der Duisternis’ deed dat zingend vanaf een speciale troon want lopen gaat hem vanwege de ziekte van Parkinson niet goed af. Twee dagen eerder gaf The Godfather of Punk, de twee jaar oudere Iggy Pop (78), een energiek optreden tijdens Rock Werchter, ondanks de verkromming van zijn ruggenbeen.

Iggy Pop tijdens een optreden in Sziget (2006) [via Wikimedia Commons]

4,5 centimeter

Het verschil in lengte tussen de benen van zanger Iggy Pop bedraagt maar liefst 4,5 centimeter. Doordat zijn benen niet even lang zijn, heeft hij vermoedelijk scoliose ontwikkeld. Bij die aandoening is de wervelkolom in zijdelingse richting kromgegroeid, waardoor er één of twee bochten ontstaan.

Stapel wervels

Wervelkolom is een van de bekendste termen om de 33 (of 34) op elkaar gestapelde wervels aan te duiden. Daarvan zijn de 7 nekwervels, de 12 borstwervels en de 5 lendenwervels beweeglijk, terwijl de 5 heiligbeenwervels respectievelijk de 4 (of 5)  staartwervels met elkaar vergroeid zijn tot een geheel. Minder gebruikelijke en oudere begrippen voor deze opeenstapeling van botstukken zijn keten, kolom, wildewas en – schertsend – paternoster.

Ruggengraat is voor dit deel van het menselijk lichaam tegenwoordig wél een zeer gebruikelijke en veelgebruikte term. Christoffel Plantijn nam het woord in 1573 als eerste op in een woordenboek. Het is een letterlijke vertaling van het Latijnse spina dorsi, van spina ‘doorn’, ‘ruggengraat’ en dorsi ‘van de rug’. Erg gebruikelijk was dat woord toentertijd overigens niet.

‘Rugbot’

Het gewone woord voor middeleeuwers om te verwijzen naar een van de belangrijkste elementen van het skelet was ruggenbeen. Het is een samenstelling van de zelfstandige naamwoorden rug en been, in de zin van ‘bot’. De oudste bewijsplaats van ruggenbeen is te vinden in het Vroegmiddelnederlands Woordenboek en stamt uit Der Natueren Bloeme (1287) van Jacob van Maerlant.

Het jongste voorkomen – uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal – dateert van 1691. Het woord ruggengraat is dan al enige tijd aan een opmars bezig, waardoor ruggenbeen steeds verder in het vergeetboek raakt, al blijft het in dichterlijke taal tijdens de achttiende eeuw nog volop in gebruik. Zo geeft Jacob Campo Weyerman in Den ontleeder der gebreeken (1724: 278) een schertsende beschrijving van een keuken waarin verschillende voedselbereiders werkzaam zijn:

Een vierde Keuken-Otter […] liet zyn Stem mee hooren in ’t wilde, en hy schreeuwde; Dat ’er min moeite stak in die Vraag te beandwoorden, als in het Rugbeen van een Stier in te slikken.

Als iemand dat lukt, zou dat een prestatie van jewelste zijn, die minstens zoveel respect afdwingt als Iggy Pop die op zijn 78e met een krom rugbeen 20.000 enthousiaste muziekliefhebbers een uur lang weet te boeien.


Meer lezen