Bij de inrichting van een tuin lijkt het lastig om het zowel mannen als vrouwen naar de zin te maken. De wensen van beiderlei kunne lopen sterk uiteen. Als we recente tuinprogramma’s als Eigen huis & tuin en mannenblogs als Menfacts mogen geloven, herbergt de ideale mannentuin namelijk een bar, een barbecue, een vuurplaats en stoere planten, terwijl in de ideale vrouwentuin sfeer de rode draad vormt: een gezellige loungeset, smaakvolle verlichting en kleurige bloemen.
Ziekenhuizen
In de betekenis ‘tuin die voldoet aan specifieke wensen van mannen/vrouwen’ zijn mannentuin en vrouwentuin van zeer recente datum – ze hebben nog geen plek in de hedendaagse woordenboeken verworven. Toch kwamen beide woorden in de negentiende en in het begin van de twintigste eeuw al voor, maar dan in een andere betekenis. Met mannen– of vrouwentuinen werden toen meestal tuinen bij een bejaardenhuis, een ziekenhuis of een ‘kliniek voor zenuwzieken’ bedoeld, waar mannelijke en vrouwelijke bewoners of patiënten gescheiden van elkaar konden vertoeven. Op de inrichting ervan zullen de doelgroepen echter weinig invloed hebben uitgeoefend.
Onderdanig
Van deze twee tuinen is alleen vrouwentuin – ‘een uitsluitend voor vrouwen bestemde tuin’ – opgenomen in het Woordenboek der Nederlandsche Taal. De oudste vindplaats ervan is in de titel van de populaire liederenbundel Het vermakelyke vrouwen-tuyntje, waarvan de eerste druk in 1786 te Amsterdam verscheen. En er is een spreekwoord met vrouwentuin bewaard gebleven. Pieter Jakob Harrebomée nam het op in zijn Spreekwoordenboek der Nederlandsche Taal: “De onderdanigheid groeit niet in den vrouwentuin”. Zou het betekenen dat vrouwen van zichzelf eigenlijk geen onderdanige wezens zijn, of dat ze in elkaars gezelschap geen last hebben van het traditionele rollenpatroon? Naar de precieze betekenis blijft het gissen, want Harrebomée liet zich daar wijselijk niet over uit.
- Vrouwentuin in P.J. Harrebomée, Spreekwoordenboek der Nederlandsche Taal
- Vrouwentuin in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT)