Categorieën
Terug in de taal

waterfoon

Het voorjaar en ook de zomer tot nu toe, waren extreem droog. De oerhollandse regen bleef weg en in Vlaanderen mocht je van overheidswege je verdroogde gazonnetje niet meer besproeien met leidingwater. Ook je auto wassen met water uit de kraan was taboe.

De zorg om water en waterverspilling is van alle tijden. Een 150 jaar geleden had men in Amerika ook al last van waterverspilling. Niet omdat men overvloedig de tuin besproeide, maar vooral omdat er in het waterdistributienet  veel ondeugdelijke, lekkende leidingen waren. Een ingenieur in Cincinnati, Thomas J. Bell, ontwikkelde daarom in 1879 de waterfoon, een instrument dat lekkages in leidingen op kon sporen. De waterfoon van Bell bestond uit een massief stangetje, uitlopend in een komvorm waarin een dun metalen plaatje zat. Het instrument werd bevestigd op de te onderzoeken waterleiding. Bij een lekkage maakte de waterfoon geluid, door de trilling van het metalen plaatje.

Tegenwoordig spoort men lekkages in waterleidingen op met infrarood, en zijn we de uitvinding van Bell vergeten. Maar het woord waterfoon bestaat nog altijd. De Amerikaanse kunstenaar Richard Waters (!) ontwikkelde eind jaren zestig een muziekinstrument met die naam. Het instrument was voor een deel gevuld met water, zodat er onder meer de vreemde en bizarre geluiden die je wel eens in horrorfilms hoort, mee geproduceerd konden worden.


Meer lezen

Ga naar de inhoud