In de grote dialecttest die in augustus in Vlaanderen werd georganiseerd voor de lancering van de Atlas van het dialect in Vlaanderen wilden heel wat Antwerpenaren het woord apsjaar bewaren voor de toekomst. Goesting deed het net iets beter in de provincie Antwerpen; apsjaar eindigde tweede in de rangschikking. In een eerdere verkiezing voor het mooiste dialectwoord in 2017 was apsjaar ook al het ‘mooiste Antwerpse dialectwoord’. Apsjaar wordt gebruikt om een zonderling aan te duiden, een rare snuiter. Het wordt vaak als absjaar of apsjaar geschreven, maar eigenlijk is de oorspronkelijke Nederlandse vorm hapschaar of hapscheer. Je vindt het in de dialecten op allerlei manieren: apsjaar, absjaar, (h)apesjaar, apsjeer, nabsjaar, enz.
Hapscheer
Het woord is volgens de meeste etymologische woordenboeken een vervorming van het Franse happe-chair. Het is een zin-woord – afgeleid van het werkwoord happer ‘vatten’ en chair ‘vlees’ – met de betekenis ‘grijp vlees’. Het was de naam voor een ‘lagere gerechtsdienaar’. Die oorspronkelijke betekenis was enkele decennia geleden nog bekend in West-Vlaanderen. Bij De Bo in het Westvlaamsch Idioticon en in het Oostends woordenboek van Desnerck wordt het nog opgetekend in de betekenis ‘veldwachter, politieagent’.
Weijnen en Debrabandere denken echter dat het Franse happe-chair eigenlijk afgeleid is van hapscheer. Ze vermoeden dat hapschaar/hapscheer een samenstelling is van happe ‘bijl’ en een Duits woord voor een lagere gerechtsdienaar, namelijk Scherge. In het Oudhoogduits is skerio een schaarleider, of leider van een legerafdeling.
Eigenaardig
Apsjaar wordt volgens allerlei bronnen vooral in en rond Antwerpen gebruikt. Toch blijkt het – zeker vroeger – ook elders bekend te zijn. Zoek je het woord op in de woordenbanken of in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) dan zie je dat hapschaar/hapscheer of een van de vele andere spellingen ook bekend is in de Zaanstreek, in Raalte, in Deventer en nog in enkele plaatsen. In Antwerpen wordt het woord gebruikt om een rare kerel te benoemen. In de definities die in de diverse woordenboeken te lezen zijn, komen ook woorden als brutaal, eigenaardig, inhalig en onbetamelijk voor. In Deventer, Heerde, Raalte, Vriezenveen en op de Veluwe wordt het vooral gebruikt om een brutale, goedgebekte vrouw te benoemen.
Vis, muziek & soap
In Oostende is het woord absjaar ook bekend als naam voor een bepaalde zeevis (callionyinus lyra), ook gespeld als Abschauer. De vis heeft stekels. Volgens De Bo zijn het die stekels, vooral die bij de muil van de vis, die worden vergeleken met de twee uiteinden van de oorspronkelijke hoeden van politiemensen. D’Apsjaars is ook de naam van een Antwerpse muziekgroep. Het kreeg ook veel bekendheid omdat een personage in de Vlaamse soapreeks Lili en Marleen vaak apsjaar werd genoemd.
- hapschaar in de Etymologiebank
- hapschaar in de elektronische Woordenbank van de Nederlandse Dialecten (eWND) en woordenbank.be
- hapschaar in het Woordenboek der Nederlandsche Taal