Wie vandaag op de ecologische tour wil in Limburg, komt al snel bij edik uit: een scheutje in de wasmachine tegen kalkaanslag, een kopje bij het dweilwater voor glanzende vloeren, of een oud familierecept voor ingemaakte komkommers. Het Limburgse edik betekent azijn en is al eeuwenlang een vast ingrediënt in elk huishouden. Maar waar komt edik vandaan en hoe noemen we dit zure goedje in de andere dialecten?

Edik, eek en eedje
In zowel Belgisch- als Nederlands-Limburg is edik een bekend woord voor azijn, zoals blijkt uit de kaart van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD). Het woord is een oud leenwoord uit het vulgair Latijn atecum, dat door een klankverschuiving (metathese) naast het klassieke acetum bestond. Uit dit atecum onststond uiteindelijk etik en ettik. Deze vormen komen voor in het noorden en oosten van Nederland. De t verzachtte tot een d in edik.

Daarnaast zijn er varianten als eek of eik, waarbij de d uit edik is weggevallen – een typisch voorbeeld van d-wegval zoals we dat ook kennen uit boel dat van boedel komt. Hetzelfde gebeurde op een andere manier bij de minder bekende vorm eedje of eetje die eveneens in Limburgse dialecten voorkomt. Het klinkt als een verkleinwoord, maar is ontstaan uit het Middelnederlandse etic. De laatste klinker – de i – viel weg en de t en de k palataliseerden. Iets soortgelijks gebeurde met stratekijn dat straatje werd.
Azijn en azijl
Azijn is het huidige standaardwoord in het Nederlands, maar komt ook in vele dialecten voor. In Frans- en West-Vlaanderen hoor je daarnaast regelmatig azijl (uitgesproken als aziel), en soms ook gazijl (of gaziel), bijvoorbeeld in de omgeving van Kortrijk.
Dialectsprekers voegen soms spontaan extra klanken toe, zoals een r of n, wat leidt tot vormen als arzijn, arzijl of anzijn.
De vorm azijl is eigenlijk de oorspronkelijke. Het komt uit het Oudfranse aisil, dat op zijn beurt teruggaat op het Latijnse acetulum of acetilum – verkleinvormen van acetum, wat ‘zuur’ betekent. Die betekenis van zuur ligt nog altijd aan de basis van het woord azijn.

Essig en eetje
In de Oost-Limburgse dialecten hoor je ten slotte vaak het woord essig en etsig. Dat is een directe ontlening uit het Duits, waar Essig de gebruikelijke term voor azijn is. Ook Essig is, net als edik en eek, terug te voeren op het Latijnse atecum.
Meer lezen
- Woorden voor azijn in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT)
- Woorden voor azijn in etymologiebank.nl
- Woorden voor azijn in Woordenbank.be en de elektronische woordenbank van de Nederlandse dialecten
- Woorden voor azijn in de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten
- Kaartenbank Meertens Instituut: https://kaartenbank.meertens.knaw.nl/proxy/image/21449 en https://kaartenbank.meertens.knaw.nl/proxy/image/7742
- Van den Kerckhove, L. (1949) ‘De namen van de azijn in de Zuidnederlandse dialecten’, in: Leuvense Bijdragen 39, 114-124.
- Weijnen, A. ‘De benamingen van azijn in de Nederlandse dialecten’, in: Jaarboek van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1965, 326 e.v.