Op een warme zomerdag kun je in een bloemenweide soms sprinkhanen omhoog zien springen vanuit het gras. Met hun lange achterpoten kunnen ze al springend serieuze afstanden afleggen. In het zuiden van Nederlands-Limburg aan de Duitse grens heet een sprinkhaan hooischrik. Waar komt die naam vandaan en welke andere dialectwoorden zijn er nog voor dit springdiertje?
hooischrik
Moet je schrik hebben voor sprinkhanen die vanuit dor gras of hooi omhoog springen, of is de sprinkhaan een bedreiging voor het hooi? Helemaal niet. Schrikken heeft hier de oude betekenis van ‘springen’ behouden. Het is in Uit de streek al eens aan bod geweest bij de namen voor de schaats. Het oude woord schrikschoen heeft dit schrikken ook bewaard en in het Nederlands kennen we het nog in schrikkeljaar. Een sprinkhaan springt dus in het hooi.
spring-in-het-veld
Natuurlijk wordt ook het modernere springer als tweede deel van de samenstelling gebruikt om dit diertje te benoemen. Er zijn koren-, gras-, hooi- en koolspringers gesignaleerd in Limburg. Meestal verwijst het eerste deel naar de plaats waar je het dier aantreft: in het koren, gras, hooi of in de kolen.
wrattenbijters
Heel zelden hoor je ook warten– of wortenbijter. De naam is opgetekend in de buurt van het Belgische Aalst. Blijkbaar gaat het over een specifieke soort sprinkhaan die vroeger vaker voorkwam dan nu, een soort sabelsprinkhaan die vooral in heidegebieden en graslanden voorkwam en nu vrijwel uitgestorven is. Ook in andere talen is een woord met wratten bekend als naam voor de sprinkhaan. Het dier werd door Zweedse boeren gebruikt om wratten te laten verdwijnen. Als een sprinkhaan beet op de plek waar je een wrat had, spoot het vocht in de wond, wat blijkbaar hielp om wratten te laten verdwijnen. Dialectsprekers maken niet altijd een onderscheid tussen een specifieke soort en de algemener voorkomende sprinkhanen.
sprinkhaan
De bekendste naam is sprinkhaan. Op de kaart van de DSDD is het meer dan 1000 keer opgegeven. Met vijftig attestaties is het West-Vlaamse sprinkaande de nummer twee. Het eerste deel van deze samenstelling is uiteraard springen. Dat hoor je ook in woorden die slechts sporadisch voorkomen: sprinkarjaan, sprinkhannek en springkater. De haan is genoemd naar het geluid dat hij maakt. In heel wat talen is er een verband met een ouder werkwoord voor ‘zingen’. Toch is dat niet de reden dat de sprinkhaan zo genoemd wordt. Het woord haan verwijst naar de springende bewegingen die hanen en sprinkhanen maken. Oudere namen voor de sprinkhaan waren onder andere spelthaan en hiphaan.
Meer weten
- dialectwoorden voor de sprinkhaan in de Database van de Zuidelijk-Nederlandse dialecten (DSDD)
- woorden voor de sprinkhaan in woordenbank.be en e-wnd.nl
- sprinkhaan, hooischrik en varianten in de etymologiebank.nl
- sprinkhaan in het WNT
- Wat heeft een haan met een sprinkhaan te maken?
- Depuydt, K. schrikschoenen
- De Tier, V. schaverdijn