Categorieën
Uit de streek

klakkaard

Verrijk je paasbrunch met klakkaards, ook wel bekend als wentelteefjes.

Hou jij ook een paasbrunch op paaszondag? Misschien is het een idee om naast de paaseieren en chocolade paashazen ook nog iets anders op tafel te zetten. Een gemakkelijke, maar toch heerlijke toevoeging aan de paasbrunch zijn klakkaards. In de standaardtaal noemen we ze meestal wentelteefjes. Zoals je kunt zien op de kaart van de Database van Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD), bestaan er nog veel andere dialectwoorden voor deze lekkernij. Waar komen de klakkaards en de andere streektaalsynoniemen vandaan en waar worden ze gebruikt?

Dialectkaart wentelteefjes in de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD)

Bakkersverdriet

Zoals te zien is op de dialectkaart komen klakkaards vooral voor in West-Vlaanderen. Aan de kust en in het westen van Zeeland heten de gebakken sneetjes brood klakkers. Beide zijn afgeleid van klakken ‘met een kletsend geluid gooien’. Het geluid is misschien dat van een ei dat je breekt op de rand van een pan en dus ‘klakt’. In Zeeland heet een wentelteefje ook wel eens bakkersverdriet. Eigenlijk is dat de naam van een ander Gronings gerecht dat met melk en oud brood wordt gemaakt. Daardoor kon de benaming overspringen op het wentelteefje.

Verwenbrood

De standaardtaalbenaming is wentelteefje. Het eerste deel verwijst naar het wentelen van het brood. Om een wentelteefje te maken, moet je namelijk oud brood wentelen in een mengeling van ei en melk. Vervolgens bak je het in de pan met wat boter. Liefhebbers kunnen er bruine suiker en kaneel aan toevoegen en in hippe restaurants serveren ze het ook soms met fruit. Het tweede deel teefje is wellicht een aanduiding van een gebaksoort. Welke gebaksoort dat is, is niet bekend.

In Zeeuwse dialecten hoor je gewend beschuit. Dat gewend verwijst weer naar het wentelen. In de zuidelijke Limburgse dialecten zeggen ze dan weer verwend(-)brood. En omdat klanken wel eens verdwijnen, ontstaat zelfs verwenbrood. Want zo’n wentelteefje is toch wel een lekkere verwennerij.

In de omgeving van Maastricht wordt het verwenen brood, wat ook aanleiding gaf tot verdwenen brood. Er is dus wel wat variatie in de wentelwoorden. Wist je trouwens dat dit gerecht al eeuwen oud is? Al in 1623 werd wentelteefje voor het eerst vermeld in het Tafereel van Sinnemal van A. Van de Venne: ‘Ey, waer ick t’huys alleen, ick backte wentel-teven Van suyckert witte broot, en butter-smeerigh vet’.

Pain perdu

Verloren brood is de meest voorkomende dialectnaam. Oud brood wordt als verloren gegaan brood bestempeld. Ook het Franse pain perdu wordt in verschillende dialecten gebruikt. En wat als we het omdraaien? Het oude brood ben je wel verloren, maar door er een wentelteefje van te maken, kan je het wel nog opeten en win je dus brood. In de Brabantse en in sommige Oost-Vlaamse dialecten worden ze daarom gewonnen of gewonden brood genoemd. Of is gewonden toch een vorm van wenden en is de d ertussenuit geglipt, met als resultaat gewonnen brood? Ook geronnen brood komt hier en daar voor.

Fluwelen brood

In Limburg wordt een wentelteefje soms vloeren of floeren brood genoemd. Waarschijnlijk is het een verbastering van verloren brood. Vloeren brood lijkt echter ook op velours, de Franse naam voor fluweel. Misschien is dat wel de reden dat het wentelteefje er soms fluwelen of fluwijnen brood genoemd wordt. Is het Limburgse verwenen brood dan nog een verdere verbastering van fluwelen brood of leunt het toch zoals hierboven al gezegd eerder bij verwend brood aan?


Meer lezen