Wat een weer kregen we dit jaar. Zelfs half september genoten we nog van prachtig zonnig weer op het eind van deze zomer. Als we eind september of begin oktober zulke warme dagen krijgen hoor je vaak spreken over een Indian summer. Nochtans was deze naam oorspronkelijk bedoeld voor nazomers in november. Toch hoorden we het afgelopen weken al.

Geen kraaien maar kranen
Op plekken zoals Texel, Schouwen, Goeree-Overflakkee en in Groningen noemt men zo’n nazomer kraaienzomer. Toch hebben kraaien daar niets mee te maken. De naam verwijst eigenlijk naar kraanvogels die in de herfst overvliegen. In sommige streken heet het dan ook kranenzomertje, maar op veel plaatsen is dat met de tijd verbasterd tot kraaienzomer. Die zijn immers bekender dan de kraanvogels.
Machielekes en Trezekes
Dit soort nazomertjes heten in Zeeuws-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen soms een Michielszomer of Machielszomer, genoemd naar Sint-Michiel, wiens feestdag op 29 september valt. In het Land van Hulst zegt men liefkozend Machielekes.
Andere heiligen duiken ook op in de benamingen. Rond 11 oktober hoor je soms Sint-Gummaruszomer, en begin november wordt Sint-Michiel ingeruild voor Sint-Maarten: dan spreekt men van een Sint-Maartenszomer. In Vlaams-Brabant en in de Denderstreek is er zelfs een Trezekenszomer, rond half oktober, naar de feestdagen van Theresia van Lisieux (3 oktober) en Theresia van Avila (15 oktober). Of we het Brabantse bastenhannese zomer ook in deze categorie kunnen plaatsen is onduidelijk. Ook in andere talen spelen heiligen een rol bij het benoemen van deze warme herfstperiode; de namen verwijzen telkens naar de betreffende heiligendag.
Oude en luie wijven
Een ander bekend woord voor deze periode is oudewijvenzomer, zowel in het Standaardnederlands als in verschillende dialecten, zoals in Vlaams-Brabant en op de Veluwe (Oldewievezommer). Deze term is ontleend aan het Duitse Altweibersommer. De naam heeft niets te maken met oude breiende dames, maar verwijst naar mythologische vrouwelijke figuren – godinnen die de levensdraden van mensen spinnen. Sommigen denken zelfs aan watergeesten met lange, witte haren. Op de Veluwe hoor je soms zelfs luienwijvenzomertje, waarbij de ‘wijven’ niet oud zijn, maar lui.
Boekweit en aardappelen
In Groningen en op de Veluwe spreekt men ook wel van eerappelzomer of eerpelzomer, wat neerkomt op aardappelzomer. In Drenthe verwijst men naar de boekweit: boekweitendroogje of boekweitenzomer. Ook de boon krijgt een vermelding: in Groningen en Drenthe hoor je bonenzomer, omdat in deze periode de bonen nog goed kunnen rijpen.
Zomer die blijft plakken
Welke naam we er ook op kleven – van kraaienzomer tot Machielekes, van oudewijvenzomer tot boekweitendroogje – al deze woorden vertellen hetzelfde verhaal: een onverwacht warme nazomer, een geschenkje van de zon voor wie dacht dat de herfst al begonnen was.
- Woorden voor nazomer in etymologiebank.nl
- Woorden voor nazomer in Woordenbank.be en de elektronische Woordenbank van de Nederlandse Dialecten
- Boon T. den: In oudewijvenzomer verwijzen de oude wijven niet naar dames op leeftijd: in: Trouw
- De Tier, V. (2024) Bamis en kraaienzomers. In: Zeeuws Erfgoed, jg 23, 2, blz. 14-15