Het is weer eens 1 april. Heb je jonge kinderen in de buurt, dan is de kans groot dat die stiekem een papieren vis op je rug plakken, een aprilvis. 1 april is immers de dag waarop men aprilgrappen uithaalt, thuis, op school, maar de laatste decennia ook meer en meer in de media. 1 april is in West- en Oost-Vlaanderen bekend als verzendertjesdag. Waar komen dit woord en de traditie vandaan?
1 april
Grappen op 1 april of aprilvissen zijn al oud. Al in 1508 vermeldde een Franse dichter het fenomeen. Eduard De Dene schrijft erover in 1561. Er bestaat nochtans een hardnekkige mythe dat 1 april bekend is sinds de invoering van de Gregoriaanse kalender in 1582. Wie zich niet aan de nieuwe kalender wou aanpassen, zou allerlei uitnodigingen voor niet-bestaande feestjes gekregen hebben. 1 april is ook niet typisch voor Nederland en België. Het wordt in veel andere landen binnen en buiten Europa gevierd. In Duitsland spreken ze van aprilschicken, in Engeland en Amerika van April fool of fool’s day en in Frankrijk van poisson d’avril.
Verzenderkensdag
De grappen die op 1 april worden uitgehaald zijn heel divers, maar iemand ergens heen sturen om iets op te halen dat niet bestaat was heel populair. Iemand van de een naar de ander zenden wordt verzenden genoemd. Zo kon je iemand aprilzaad laten halen. Vaak werd die persoon dan van her naar der gestuurd. Daarom wordt 1 april dus ook wel verzenderkensdag of zenderkesdag genoemd. Deze naam is zoals op de kaart van de Database van de Zuidelijk-Nederlandse dialecten te zien is vooral populair in het zuidwestelijke deel van ons taalgebied, in West- en Oost-Vlaanderen. In sommige namen wordt ook verwezen naar de gekken die zich hieraan laten vangen: gekkendag of zotjesdag. Elders heet het ook foppertjesdag.
Aprilvis
Vaak proberen kinderen papieren vissen op iemands rug te plakken, vooral bij hun leerkrachten. Het woord aprilvis heeft daardoor ook de betekenis ‘1 aprilgrap’ gekregen. Naar verluidt hebben we die vissen te danken aan een prins, die door Lodewijk XIII gevangen gehouden werd in een kasteel in Nancy. Hij kon op 1 april vluchten door de rivier over te zwemmen, omdat zijn bewakers aprilgrappen aan het uithalen waren en dus niet goed hadden opgelet. Ben je in Frankrijk op 1 april, dan zul je misschien zelfs een vis aangeboden krijgen, maar dan wel eentje van chocolade.
Lang geleden was 1 april ook een soort Valentijnsdag. Sommigen denken dat de aprilvis hier zijn oorsprong vindt. Vissen zijn namelijk een liefdessymbool. Vroeger stuurden verliefden op 1 april anonieme kaartjes met liefdesboodschappen rond, en daar stonden vaak vissen op. Die traditie is helemaal verdwenen.
Aprilzaad
Vroeger kon je op 31 maart al beginnen met je grappen. Heel wat dialectwoordenboeken vermelden de uitdrukking Op 31 maart en 1 april zendt men de zotten waar men wil. Ook De eerste april zet men alle zotten op de dril is bekend. Een vlugge blik in de dialectwoordenboeken levert een hoop ‘aprilvissen’ op. Behalve aprilzaad kon je iemand om zaad voor slijpstenen, een solsleutel, een azijnschaar, knoopsgaten of balsem van stenen sturen. Of wat dacht je van een glazen hamer, nagels met de koppen vanonder, grijpzout om vogels te vangen of een avanceerbuideltje? Zeven en zaad zijn populair. In de Database van de Zuidelijk-Nederlandse dialecten vind je apenzaad, zikkenzaad, stenen zaad, aardappelzeef en muggenzeef. Misschien ken je nog wel andere?
Meer lezen
- aprilvis in de Database van de Zuidelijk-Nederlandse dialecten (DSDD)
- verzendertjesdag op woordenbank.be
- histories.be
- Huisvanalijn.be