Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is ivdnt.org op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!

Categorieën
Woordbaak

Waar zit je op als je op je hurken zit?

Je kunt op je tenen staan of op je knieën zitten. Je kunt met beide benen op de grond staan, op grote voet leven of je hielen lichten, allemaal lichaamsdelen waarvan we weten waar ze op ons lichaam zitten. Je kunt ook op je hurken zitten, maar waar zit je dan eigenlijk op?

Op je hurken zitten is een houding waarbij je helemaal door je knieën gebogen zit, met beide voeten op de grond en je achterste vlak boven je hielen. Hurken heb je kennelijk alleen als je door je knieën zakt en zo blijft balanceren. Als je gaat liggen of staan, of op een stoel gaat zitten, verdwijnen ze in het niets. Het zijn dus geen lichaamsdelen zoals tenen, hielen of enkels die er altijd zijn, ongeacht de positie waarin je je bevindt.

Hukken en hurken

Naast de uitdrukking op je hurken zitten bestaat het werkwoord hurken ‘door de knieën buigen’. Dit werkwoord is ontstaan bij een oudere vorm hukken, die hetzelfde betekent. De houding die hierdoor ontstond, kon omschreven worden als zitten hukken of zitten hurken ‘gehurkt zitten’. Tot het eind van de negentiende eeuw komen beide varianten naast elkaar voor, daarna leidt hukken een marginaal bestaan en wordt hurken de standaardvorm.

Van zitten hurken naar op je hurken zitten

Een opeenvolging van verschillende werkwoorden is in het Nederlands niet ongewoon, zeker niet in combinatie met werkwoorden als liggen, zitten en lopen (liggen slapen, zitten schrijven, lopen klooien). Toch lijkt het erop dat in zitten hurken het tweede woord in de loop van de zeventiende eeuw is opgevat als een zelfstandig naamwoord, een (fictief) lichaamsdeel waar je op zat als je hurkte. Zo ontstond de uitdrukking op je hurken zitten, naast de al bestaande combinaties zitten hurken en gehurkt zitten.

Ook in het Scandinavisch

Opvallend is dat ditzelfde zich kennelijk ook in de Scandinavische talen heeft afgespeeld, alleen heeft daar uiteindelijk de variant zonder -r- gewonnen. Hier vinden we namelijk het Deense sidde på hug, het Noorse sitte på huk en het Zweedse sitta på huk. De in de achttiende eeuw nog in het Zweeds aangetroffen variant sitta på hurken is daar inmiddels helemaal uit de taal verdwenen.

  • hurken in de Etymologiebank
  • hurk in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT)
Ga naar de inhoud