Volgens het links-rechtsprincipe van een aantal weken geleden zetten we belangrijke informatie bij voorkeur aan de rechterkant van de zin, zoals in Erwin komt morgen tegenover Morgen komt Erwin. Maar ongemerkt houden we ons ook nog aan een ander principe dat invloed heeft op de woordvolgorde: het complexiteitsprincipe. Dit staat ook wel bekend als het Gesetz der wachsenden Glieder. Dat klinkt allemaal nogal complex, nietwaar?
Zware zinsdelen
Dat valt gelukkig reuze mee. Volgens het complexiteitsprincipe zetten we zinsdelen die complexer zijn bij voorkeur verder naar achter in de zin dan minder complexe delen. Complex wil zeggen: zwaar of groot. Een zinsdeel als dat interessante artikel bestaat uit maar liefst drie woorden, neemt veel ruimte in, en zetten we daarom bij voorkeur achterin. Het veel kortere dat komt juist eerder voorin:
- Ik heb gisteren eindelijk dat interessante artikel gelezen.
- Ik heb dat gisteren eindelijk gelezen.
Op dezelfde manier is hem minder complex dan aan hem, wat dus ook tot een verschil in volgorde leidt:
- We zullen het boek aan hem geven.
- We zullen hem het boek geven.
En het kan zelfs nog korter dan hem:
- We zullen ’t hem geven.
- We zullen ‘m dat geven.
We kunnen dus wel zeggen: hoe zwaarder van zin, hoe meer achterin!
- Lees meer over het complexiteitsprincipe in de Algemene Nederlandse Spraakkunst.