Periode waarin een bepaald type spijkerbroek in opkomst raakt, langdurig beeldbepalend is en dan weer uit de mode raakt, verdrongen door een andere jeansstijl. Het woord denimcyclus is een samenstelling van denim (letterlijk ‘spijkerstof’ maar bedoeld wordt alleen de spijkerbroek) en cyclus (‘verloop van opkomst tot en met ondergang’). Denim, een verkorting van het Franse serge de Nîmes ‘stof uit Frankrijk’, kun je op zijn Nederlands of Engels (‘dennim’) uitspreken.
Na tien jaar zijn zelfs de grootste skinnyjeanshaters gewend geraakt aan de aanblik van benen gehuld (of geperst) in superstrakke spijkerbroeken, maar nu moeten we ons juist geestelijk voorbereiden op een periode waarin de zogeheten baggy jeans of momjeans de boventoon voeren. “We zien duidelijke tekenen van de nieuwe denimcyclus die wordt gekenmerkt door de lossere en wijdere pasvormen,” aldus Levi’s CEO Chip Bergh. Cécile Narinx schrijft in de Volkskrant van 12 juli: “Op de catwalks en in de modebladen werden de laatste jaren steeds meer wijde broeken gesignaleerd, voor zowel mannen als vrouwen. Er was […] alleen niemand die zijn of haar skinny definitief wilde afdanken. Minister Hugo de Jonge, die zich vaak laat kieken in gebleekte, strakgespannen denim, voorop. Maar nu lijkt het congé van de skinny dan toch nakende en is een nieuwe spijkercyclus aangebroken.”
De voorkeur voor wijdere jeans heeft ongetwijfeld te maken met de coronapandemie. Mensen werken nu meer thuis en dragen dan graag iets comfortabels. En al die extra coronakilo’s waar velen onder gebukt gaan doen ook verlangen naar een ‘ontspannener’ stijl.
Bronnen:
- retaildetail.be
- de Volkskrant, 12 juli 2021
- financieel.com
- Vivien Waszink (2018), Klerenwoorden en modetaal. Van Dale Uitgevers, Utrecht