Categorieën
Terug in de taal

kippesol

Er zijn verschillende manieren om je tegen de felle zon te beschermen. In het Verre Oosten bood de kippesol uitkomst.

Na een aantal sombere en regenachtige dagen krijgen we donderdag met een ander weertype te maken. De wind draait meer naar het zuiden, de temperatuur loopt op tot boven de twintig graden en de zon schijnt geregeld flink. Kortom, heerlijk weer om buiten te zijn. Maar pas wel goed op want de zon is heel krachtig. De onbeschermde huid kan al binnen 15 tot 30 minuten verbranden.

Het is daarom belangrijk jezelf goed in te smeren met zonnebrandcrème. Mensen die denken dat ze onder een parasol niet verbranden, komen bedrogen uit. De schadelijke UV-straling reflecteert namelijk waardoor je toch schade aan je huid kunt oplopen. Wel zorgt een parasol voor beschutting, waardoor je het minder warm hebt.

(omgeving van) Aelbert Cuyp, Een opperkoopman van de VOC met zijn vrouw en een tot slaaf gemaakte bediende [bron: Rijksmuseum]

Italiaanse zonwering

Het woord parasol heeft het Nederlands in de 17e eeuw ontleend aan het Frans dat het op zijn beurt heeft overgenomen uit het Italiaans: parasole. Dat woord is samengesteld uit het werkwoord parare ‘weren’ en het zelfstandig naamwoord sole ‘zon’. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) geeft als eigenlijke betekenis van parasol ‘een licht, draagbaar zonnescherm, dat boven het hoofd gehouden wordt als beschutting tegen de zon’. Toentertijd was de parasol dus bedoeld voor één persoon. Een groot gezelschap kon beschutting tegen de zon zoeken onder een tuinparasol, die we tegenwoordig meestal kortweg parasol noemen.

Portugese zonwering

Naast de parasol was in de 17e en de 18e eeuw – met name in de gebieden waar de Verenigde Oostindische Compagnie de scepter zwaaide – ook de quitasol met dezelfde betekenis in gebruik. Die aan het Portugees ontleende samenstelling bestond uit de stam van het werkwoord quitar (‘afweren’ of ‘belemmeren’) en sol (‘zon’).

Anders dan bij parasol zal lang niet iedereen de samenstellende delen van quitasol doorzien hebben. Die onbekendheid heeft ervoor gezorgd dat het woord op talrijke wijze is vervormd: kippesol, kibesol, kitasol, kitesol en quitesol. Twee andere vervormingen hebben een eigen lemma gekregen in het WNT: kittesol en kipersol. De niet zo eenvoudig te doorziene betekenis van het vreemde woord zorgde ervoor dat 17e- en 18e-eeuwse schrijvers in hun werk vaak een Nederlands synoniem bij het voorwerp gaven, zoals ‘sonneweerder’ (1646), ‘Sonne-decker’ (1648) en ‘sonnescherm’ (1724).

Statussymbool

De quitasol was een statussymbool. Al in 1647 werd er een plakkaat uitgevaardigd waarin bepaald werd welke rang iemand moest hebben om zich in het openbaar te vertonen met een dergelijk groot statiezonnescherm. Daarmee sloten zij zich aan bij de inlandse hoofden en hoge ambtenaren die zich door middel van de kleur van hun – met een maleis woord – pajong onderscheidden.

Mensen die zich hiermee tegen de zon beschermden, hoefden die niet zelf te dragen. Vaak waren tot slaaf gemaakten belast met de taak van quitasoldrager of parasoldrager. Minder aanzienlijke lieden moesten zich behelpen met een kleiner exemplaar dat ze waarschijnlijk zelf moesten dragen: het handkipersolletje.


Meer lezen