Enkele maanden geleden publiceerde Frits van Oostrom zijn nieuwste studie: De Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk. Het laatste deel van dit meer dan 600 bladzijden tellende boek bevat een nieuwe uitgave van de Middelnederlandse tekst met woordverklaringen en noten, die hij samen met Ingrid Biesheuvel bezorgde. In het eerste deel gaat hij in op de vraag waarom Van den vos Reynaerde een literair meesterwerk is en waarom de tekst al generaties lang lezers weet te boeien. Inclusief Van Oostrom zelf, want hij is liefhebber van de streken van Reinaert sinds hij tien jaar oud was.
Reinaertstudie
Hoe belangrijk en omvangrijk de Reinaertstudie is en is geweest blijkt uit de trefwoorden die in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) zijn opgenomen om onderzoekers van dit dierenepos aan te duiden: Reinaert-kenner, Reinaert-specialist en – naar mijn mening de fraaiste benaming – Reinaerdist.
Dat al deze specialisten zich aangetrokken voelen tot het vossenverhaal, zal ongetwijfeld ook te maken hebben met de sluwheid waarmee Reinaert te werk gaat. Door gebruik te maken van de zwakten van anderen – zoals vraatzucht en hebzucht – weet hij zijn verdiende straf te ontlopen. Zonder dat iemand hem een strobreed in de weg legt, verlaat hij het dierenrijk van koning Nobel.
Vossenlist
Het verhaal over Reinaert was in de middeleeuwen bij velen bekend. Een woord dat toentertijd gebruikt werd om ‘vossenlist, list, sluwheid’ uit te drukken, was reinaerdie. Het is ontleend aan het Oudfrans renardie. Daarin zit het woord Renard, de naam van de vos in de Franse roman waar de Nederlandse bewerking deels aan ontleend is. Dat het woord renardie gespeld wordt als reinaerdie heeft te maken met de Nederlandse naam Reinaert.
Veranderende betekenis
Later kleefde reinaerdie niet alleen de sluwe vos uit de middeleeuwse roman aan, maar kreeg het de ruimere betekenis ‘gemene streken’, zoals bij Jacob van Maerlant. Die betekenis heeft het woord ook nog in 20e-eeuwse woordenboeken. Daarbuiten betekende het meestal ‘spot(lust) als van Reinaert’. De schrijver Menno ter Braak schreef in 1934: “Het staat b.v. te bezien, of iemands geestigheid werkelijk een vorm is van elastische reinaerdie dan wel een krampachtig conflict met de uitdrukkingswijze der gewone mensen”.
Kruiswoordpuzzel
Volgens het WNT kwam reinardie voor in de Woordenlijst van de Nederlandse Taal – het zogeheten Groene Boekje – uit 1954. De twee daaropvolgende decennia komen we dit woord in het algemene taalgebruik nog enkele malen tegen als kruiswoordpuzzelwoord in kranten. Maar in de huidige, uitgebreidere online versie van het Groene Boekje – te vinden op Woordenlijst.org – is het niet meer te vinden. Een vos verliest dus niet alleen zijn haren, maar ook zijn woorden.
- Reinaard in het Vroegmiddelnederlands Woordenboek (VMNW)
- reinardie in het Middelnederlandsch Woordenboek (MNW), in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT)
- Reinaert in het MNW, in het WNT
- Reinaert-studie, Reinaert-kenner, Reinaert-specialist en Reinardist in het WNT
- pleidooi uit 1883 om reinardie op te nemen in Woordenlijst der Nederlandsche Taal