Categorieën
Terug in de taal

wacholderwater

Jacob Campo Weyerman heeft de woordenschat van het Nederlands met verschillende woorden verrijkt. Moet er alsnog een Woordenboek op Weyerman komen?

Over een week gaat Nederland naar de stembus en, zoals journalist Jan Kuitenbrouwer ooit beweerde,  om een succesvol politicus te zijn moet je ook een succesvol taalgebruiker zijn. Deze uitspraak wordt met instemming aangehaald door neerlandicus Robbert Wigt, auteur van Supergaaf. De overtuigende taal van Mark Rutte, die te gast was in de jongste aflevering van de podcastserie Over taal gesproken.

Een van Ruttes voorgangers als premier, CDA-politicus Ruud Lubbers, wist zich dankzij zijn bijzondere, wollige woordkeuze meermaals uit penibele situaties te redden. Sommige woorden bedacht hij zelf en daarmee strooide hij zowel zijn politieke tegenstanders als journalisten zand in de ogen. Kort na zijn overlijden publiceerde het Instituut voor de Nederlandse Taal het Lubberiaans Lexicon, een gelegenheidswoordenboekje waarin verschillende van die onnavolgbare woorden terecht zijn gekomen.

Een halve kan jenever [foto: Rijksmuseum via Wikimedia Commons]

Dichterlijke taal

Een woordenboek gewijd aan het taalgebruik van één persoon is niet iets van de laatste tijd en evenmin voorbehouden aan de woordenschat van politici. Ook de woordkeus van schrijvers en dichters kan rekenen op taalkundige belangstelling. Zo publiceerde Hubert Lemeire een tweedelige studie over De taal van Streuvels (1970), verscheen er tussen 1825 en 1828 een tweedelig Uitlegkundig Woordenboek op de werken van Pieter Korneliszoon Hooften zorgde A.C. Oudemans er met zijn Woordenboek op de gedichten van G.Az. Bredero (1857) voor dat de poëzie van deze 17e-eeuwse dichter beter toegankelijk werd gemaakt.  

WOW!

Tijdens een bezoek in 1987 aan de tentoonstelling ‘De satiricus Jacob Campo Weyerman, de luis in de pels van de Verlichting’ ontstond bij Tanneke Schoonheim, Rob Tempelaars en Dick Wortel – toentertijd alle drie verbonden aan het Instituut voor Nederlandse Lexicologie, de voorloper van het Instituut voor de Nederlandse Taal – het idee om een Woordenboek op Weyerman (WOW) te maken.

Jacob Campo Weyerman (1677-1747) was een van de kleurrijkste en controversieelste schrijvers uit de 18e eeuw. De moeilijkheidsgraad van zijn werk is hoog en alleen daarom zou voor lezers en onderzoekers een beschrijving van het specifieke taalgebruik van Weyerman wenselijk zijn. Als exponent van zijn tijd gebruikte hij natuurlijk ook algemeen-gebruikelijke woorden. Het WOW zou daarmee kunnen dienen als een woordenboek van het 18e-eeuws Nederlands in het algemeen.

Weyerman in het WNT

Aan enthousiasme en werkkracht ontbrak het de drie genoemde lexicografen niet. Ze staken veel vrije tijd in het verzamelen van bronnenmateriaal voor het Woordenboek op Weyerman. En hoewel ze ervan uitgingen dat het gebruik van de computer goede diensten zou kunnen bewijzen – we schrijven het jaar 1992 – is het WOW er helaas nooit gekomen. Maar met behulp van de online historische woordenboeken is het tegenwoordig een koud kunstje hiervoor toch een eerste aanzet te geven. Een beknopte handleiding voor het verzamelen van alle citaten uit het werk van Weyerman – of van welke andere schrijver dan ook – in de historische woordenboeken:  

  1. Ga naar Zoeken in bronnenlijst
  2. Typ de naam van een auteur in en klik in de suggestielijst op de gewenste naam
  3. Klik op een willekeurige titel uit de lijst die dan verschijnt
  4. Kijk hoe een auteur wordt aangehaald, in dit geval: WEYERMAN
  5. Ga terug naar Basiszoeken en typ bij Woord in artikel WEYERMAN
  6. Zet de knop Aaà aan om hoofdlettergevoelig te zoeken en druk op Zoek

Het resultaat is een overzicht – zo u wilt een woordenboekje – met 615 lemmata waarbij een citaat van Weyerman is opgenomen. Dankzij zijn werk, zo blijkt dan, zijn in het Woordenboek der Nederlandsche Taal bijzondere Nederlandse woorden als amfioeneter, kaarsenprofijtertje, soldatenkortegaard, toffen, vitupereren en wacholderwater voor het nageslacht vastgelegd.


Meer lezen