Categorieën
Uit de streek

braai

In de Brabantse dialecten wordt de kuit braai genoemd. Waar komt dat vandaan en welke andere dialectnamen bestaan er voor kuit?

Nu het WK voetbal volop de tv-schermen vult, zie je ook vaak dat voetballers tegen hun schenen of kuiten geschopt worden. In de Brabantse dialecten wordt de kuit braai of bra genoemd. Waar komt het woord vandaan en welke synoniemen bestaan er in de andere Nederlandse dialecten?

Foto: mrmoneda – CC BY-NC-SA 2.0.

Vlees

Brade komt voor in allerlei gedaanten: de d kan wegvallen of vervangen worden door een j of een w. En ook de uitspraak van de aa kan in verschillende regio’s wel eens verschillen. Brade komt zoals te zien is op de kaart van de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD) vooral voor in de Brabantse dialecten met uitlopers in Oost-Vlaanderen en Limburg. De verschillende dialectvarianten gaan terug op het Middelnederlandse brade, dat ook in andere Germaanse talen verwante vormen heeft. Die Germaanse woorden verwijzen alle naar ‘vlees’ of ‘vleesmassa’, in dit geval de vleesmassa aan de onderkant van het been. Of er verwantschap is met braden ‘verhitten in een pan’ is niet helemaal duidelijk.

Weke massa

De standaardtaalnaam voor de achterkant van het onderbeen is kuit, in de Vlaamse dialecten hoor je ook vaak kiete of kijte. De ie-vorm is typisch voor het westen, denk bijvoorbeeld ook aan vier/vuurdier/duur. Kuit heeft net als brade verwanten in andere Germaanse talen. Het woord verwijst ook hier vaak naar vlezige lichaamsdelen bij mens en dier. In Engelse dialecten is het de buik of de maag, in het Nederduits verwijst het naar de ingewanden van kleine dieren. Wij kennen kuit natuurlijk ook voor de eitjes van een vrouwelijke vis.  Dat de ‘dikke, weke massa’ aan de basis ligt voor de benaming van de achterkant van het onderbeen is een logische verklaring. Iets gelijkaardigs zag je ook al bij brade.

Kwak

In de Antwerpse Kempen noemt men de kuit kwak. Dat woord is in het Nederlands ook bekend, maar dan meestal in de betekenis ‘hoeveelheid van een weke substantie’. Denk maar aan een kwak mayonaise of verf. Hier wordt het toegepast op het weke achterdeel van het onderbeen dat blijkbaar als een kwak vet wordt gezien. Het is een klanknabootsend woord dat verwijst naar het geluid van een weke substantie die met zekere kracht wordt neergegooid. Denk bijvoorbeeld aan het werkwoord kwakken dat hiervan afgeleid is.

Vet

Minder frequent is het woord vet (van het been). Je hoort het vooral in het zuidelijke deel van de Vlaamse dialecten. Ook hier is het benoemingsmotief weer de weke, zachte massa: de zachte delen van de kuit worden vergeleken met vet.

Bolvormig

Een bal wordt in het Nederlands gebruikt als naam voor een rond voorwerp. Je denkt dan bijvoorbeeld aan de bal waarmee kinderen allerlei spelletjes spelen of waarmee je sport beoefent. Het werd later ook de naam voor allerlei bolvormige uitstulpingen. Je hoort het bijvoorbeeld ook in combinatie met hand of voet. De ronde vorm van de kuit werd dus vergeleken met een bal, een bolvormig voorwerp.

Krom

Ook waai wordt in deze betekenis gebruikt. Het is opgetekend in het noordoosten van Noord-Brabant. Waai is ontstaan door het wegvallen van de d, net zoals dat het geval was bij brade en braai. Het zou verwant zijn aan het Latijnse woord vatius dat ‘krom’ betekent. De grondbetekenis is dus kromming. Waarschijnlijk was het eerst de naam voor de knieholte en is het later overgegaan op het deel van het achterbeen direct onder de knieholte.

  • Woorden voor kuit in de Database voor de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD)
  • Woorden voor kuit in de woordenbanken e-WND en woordenbank.be 
  • braai en kuit in de etymologiebank.nl
  • Lefebvre, M., & Devos, M. (2006). Benamingen voor de kuit in de Vlaamse, Brabantse en Limburgse dialecten. WVD-Contact20(2), 25–30.

Meer lezen

Ga naar de inhoud