Categorieën
Uit de streek

djokkeleuren

Waar komt het dialectwoord djokkeleuren voor en wat betekent het?

Het radioprogramma Goeiemorgen Morgen! op Radio 2 België zocht in maart 2023 vijf weken lang naar de betekenis van dialectwoorden in de vijf Vlaamse provincies. In de tweede aflevering kwam Oost-Vlaanderen aan bod. De redactie koos voor het werkwoord djokkeleuren. Waar komt het woord voor en wat betekent het?

Een jokari. Foto: Studio Alijn

Djokkeleuren is in vrijwel heel Oost-Vlaanderen bekend. zoals te zien is op de kaart van de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD). Het betekent ‘ravotten, stoeien’. Het Brabantse woord hiervoor is brakken en in West-Vlaanderen gebruiken ze vaak mosen ‘morsen’ en brielen. Rulsen is de Limburgse variant. Daarnaast komen nog tientallen andere woorden voor die maar enkele keren worden opgegeven.

Goochelen

Djokkeleuren is afgeleid van het Latijnse werkwoord joculare dat ‘schertsen, spelen’ betekent. Denk bijvoorbeeld ook aan het Italiaanse werkwoord giocolare en het Franse jongler ‘goochelen’. Het zijn frequentatieven, werkwoorden waarin herhaling is weergegeven, van het Latijnse jocare ‘spelen’. Dat het werkwoord eindigt op –euren laat vermoeden dat het woord in de dialecten rechtstreeks is afgeleid van het Franse jongleur. Jongleuren betekende oorspronkelijk ‘grappen maken, schertsen’ en heeft pas later de meer specifieke betekenis ‘voorwerpen behendig in de lucht gooien’ gekregen. Maar het Oost-Vlaamse djokkeleuren leunt dichter aan bij de oorspronkelijke betekenis. Misschien ken je zelfs de jokari nog, een houten blok met een tennisbal aan een elastiek. Ook dat woord heeft dezelfde oorsprong.

Uitspraakvariatie

Er is nogal wat variatie in de uitspraak. Naast djokkeleuren hoor je djoggeleuren. De o wordt soms een a: djakkeleuren. -euren wordt soms vernederlandst tot -eren: djakkeleren, djokkeleren. Die vormen zijn wellicht ontstaan door analogie met de vele bastaardwerkwoorden op -eren. Soms wordt de dj een sj of s: sjokkeleuren, sokkeleuren, sjakkeleuren. Voldoende variatie, dus. In sommige plaatsen wordt het werkwoord nog verder verbasterd tot bijvoorbeeld fokkeleuren of zotteleren. In het laatste geval is sprake van volksetymologie. De taalgebruiker vindt het woord niet duidelijk en probeert er een betekeniselement dat hij wel kent in te verwerken, zoals het woord zot hier dat ‘gek’ betekent.


Meer lezen