Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is ivdnt.org op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!

Categorieën
Uit de streek

jatte

Woorden voor ‘kopje koffie’ in het dialect.

Jatje koffie? Of liever thee? Een vraag die je hier en daar in Vlaanderen weleens krijgt als je op bezoek bent bij collega’s of vrienden. Jatte is een dialectwoord voor kopje. Waar wordt het gebruikt en zijn er nog andere woorden om ons dagelijkse kopje koffie te benoemen?

Afbeelding: Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD)

Jatte – je kunt ook zjat(te) of djat schrijven – komt zoals op de kaart van de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten te zien is, vooral voor in het zuidelijke deel van Nederlandstalig België, van West-Vlaanderen tot Belgisch-Limburg. Het wordt het vaakst gebruikt in Vlaams-Brabant en Belgisch-Limburg. De Noord-Brabantse en Nederlands-Limburgse dialectsprekers kennen het woord niet. Jatte is immers een Belgisch-Frans woord voor een kom (zonder oren). Kommen waren groter dan de kopjes van nu. Vroeger dronken de gewone mensen koffie namelijk uit een kom zonder oren. Later werden hiervoor kopjes met oren gebruikt, wat de betekenisverschuiving van het woord jatte verklaart. Jatte (en ook kom trouwens) betekent niet enkel ‘kom zonder oren’ maar ook ‘kopje met een oor’. Jatte gaat terug op het Volkslatijnse gabita. Het Latijnse gabata betekende ‘uitgeholde schotel’.

Een tas koffie

Vraag je buiten het jatte-gebied om een kop koffie, dan gebruik je misschien het woord tas. Nee, je krijgt hier geen handtas of boodschappentas gevuld met koffie. Het is een van de vele valse vrienden waarmee gelachen wordt. Velen noemen het ondertussen Belgisch-Nederlands. Zelfs Margriet Hermans en Robert Long gebruikten het in hun lied over de verschillen tussen Vlaanderen en Nederland: “zij zeggen tassen en wij zeggen koppen, …”. Een tas koffie drink je vooral in West- en Oost-Vlaanderen, maar ook overal in Nederlands-Limburg. In alle andere provincies – zelfs hier en daar in Noord-Brabant – is tas in deze betekenis niet onbekend. Tas heeft Franse wortels. Via het middeleeuws Latijn tassia is het ontleend aan het Frans tasse. Het Latijn kent het woord uit het Arabisch dat het zelf weer uit een andere oosterse taal heeft overgenomen. De tas heeft dus een hele weg afgelegd voor hij op onze tafel terechtkwam.

Kommen en koppen

Een kommetje koffie drink je in Noord-Brabant, in Oost-Zeeuws-Vlaanderen en het noordoosten van Oost-Vlaanderen. Het verwijst net als jatte naar het gebruik om vroeger koffie te drinken uit kommen, zonder oren dus. Kom betekende ooit ‘schaal’. Naar analogie van de vorm heeft het heel wat andere betekenissen gekregen. Denk aan gewrichtsholte – je schouder is uit de kom – of aan een laagte in het landschap, zoals duinkom, of het centrale deel van een dorp (dorpskom), waar je ook een bebouwde kom hebt, waar je je aan bepaalde snelheidslimieten moet houden. Ook kop verwees oorspronkelijk naar een voorwerp met een gebogen vorm. Het Laatlatijnse cuppa betekende ‘drinkbeker’. Het ging terug op het Latijn waar het woord ‘kuip, ton of vat’ betekende. Kopje is in de koffie-context later het standaardtaalwoord geworden in het Nederlands.

Potjes en pannetjes

Een potje koffie krijg je vooral in Oost-Vlaanderen en het aangrenzende West-Vlaanderen. Pot is een algemeen woord voor cilindervormige voorwerpen om iets in te bewaren of in de koken – denk aan kookpot. Maar ook koffie wordt dus hier en daar geserveerd in een potje. De herkomst blijft wat onduidelijk. Misschien gaat het terug op een voor-Keltisch substraatwoord. Heel zelden biedt men je ook een pannetje koffie aan.

Een bakkie

Een bakje troost hoor je hier en daar wel eens, maar troost of niet de bakjes koffie zijn geen uitzonderingen. Het wordt nauwelijks gebruikt in Vlaanderen, maar in Zeeland, Noord-Brabant en Nederlands-Limburg hoor je het vaak zoals te zien is op de dialectkaart. En in Zuid-Holland zegt een bakkie meestal al genoeg. Een bak is een voorwerp waarvan een zijde open is. Meestal verwijst een bak naar een rechthoekig voorwerp, maar ook ronde vormen zijn mogelijk, zoals het kopje koffie.

Er bestaan dus nogal wat dialectwoorden voor een kopje koffie. En de lijst voor een kopje slappe koffie is eindeloos. Denk aan afwaswater, muggen– of nonnenpis en enz.  Sterke koffie kan ook op een reeks namen rekenen ((teer, pek, …). Bekend zijn verder het bakje troost of het bakkie pleur. Maar laten we vooral genieten van een goeie jatte koffie, voor we aan de werkdag beginnen.


Meer lezen

Ga naar de inhoud