Op de vorige safari ontdekten we dat we praten met principes. Volgens het links-rechtsprincipe zetten we belangrijke informatie bij voorkeur aan de rechterkant in de zin, zoals in Erwin komt morgen tegenover Morgen komt Erwin.
Zinnen kloven
Maar in onze taalgereedschapskist, die uitpuilt van interessante principes en slimme trucjes, vinden we ook een andere manier om belangrijke informatie te benadrukken: door te kloven.
Kloven – splijten – doe je gewoonlijk met hout of diamanten, of haar. Maar het kan dus ook met zinnen als deze:
- Roos heeft een tekening aan oma gegeven.
Stel dat we willen benadrukken dat Roos, en niet iemand anders, de tekening aan oma heeft gegeven, dan kunnen we onze bijl pakken, de zin kloven en ook zeggen:
- Het was Roos die een tekening aan oma heeft gegeven.
Op dezelfde manier kunnen we ook de tekening of oma benadrukken:
- Het was een tekening die Roos aan oma heeft gegeven.
- Het was aan oma dat Roos een tekening heeft gegeven.
Anders met het bijltje hakken
Dit soort zinnen noemen we gekloofde zinnen. We kunnen ook op een net iets andere manier met het bijltje hakken. Dit noemen we pseudo-gekloofde zinnen:
- Wat Rosa aan oma heeft gegeven, was een tekening.
Kloven gaat overigens niet zo lekker bij persoonlijke voornaamwoorden als ik, jij of zij:
- (?) Het was ik die een tekening aan oma heeft gegeven.
Dan zeggen we eerder:
- Ik was het die een tekening aan oma heeft gegeven.
Niet dat iedereen zich daar iets van aantrekt trouwens. Denk maar aan Robert uit de jaren-90-persiflageserie Pittige Tijden bijvoorbeeld, of (in het Engels) Leclerc uit de nog oudere serie Allo allo.
Meer over gekloofde zinnen vind je in de Algemene Nederlandse Spraakkunst (e-ANS).