Categorieën
Uit de streek

garstig

Gats, rins, oosters, verzomerd en garstig: woorden voor ranzig in het dialect.

Herken je het, de geur die ontstaat als vlees – spek bijvoorbeeld – wat te lang blijft liggen? Het smaakt sterk maar ruikt ook onaangenaam, wat zurig. Dat vlees is dan garstig, vooral in Brabant en Limburg, maar ook elders in Nederland, zoals te zien is op de kaart van de Database van de Zuidelijk-Nederlands Dialecten (DSDD). In de standaardtaal is dat vlees ranzig. Hoe heet dergelijke smaak en/of geur in de andere Zuidelijk-Nederlandse dialecten? En waar komt het woord vandaan?

Dialectkaart uit de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten (DSDD)

Gaats

Naast garstig wordt ook gaarst en garst gebruikt in Brabant en Limburg. De herkomst van het woord is onduidelijk, maar sommigen denken dat het afgeleid is van een woord dat ‘bitter’ of ‘walgelijk’ betekende. Hier en daar hoor je ook gerstig – de a’s en e’s zijn vooral voor een r ook in andere woorden wel eens inwisselbaar. Denk aan gers en gars ‘gras’, kerstenen en karstenen ‘dopen’. En ook de r is nogal wispelturig. Soms valt die weg, wat ook gats, gaats en gatsig oplevert, vooral in het zuidelijke deel van Nederlands-Limburg. Vergaast is bekend in Vlaams-Brabant.

Ranzig en rins

In het Nederlands wordt ranzig gebruikt om iets dat sterk smaakt en slecht ruikt te benoemen. Het is een afleiding van rans met het achtervoegsel -ig. Ook in de dialecten wordt ranzig dikwijls gebruikt in heel het Nederlandse taalgebied. Minder vaak wordt het grondwoord rans gebruikt. Je vindt er zowel in Frans-Vlaanderen als in Limburg nog sporen van. Soms komt er ook nog een –t aan het woord: ranst. Beide woorden gaan terug op het Latijnse rancidus dat ‘stinkend’ betekende en zelf een afleiding is van het werkwoord rancere ‘stinken’. In Oost-Vlaanderen hoor je ook renzig en rens. Speelt hier weer de wisseling a-e, zoals we die hierboven al zagen? In Limburg hoor je ook wel eens rinzig en rins, dat volgens de etymologische woordenboeken een andere oorsprong heeft dan rans. Rins betekent ‘Rijns’, naar de zurige smaak van Rijnse wijn. De betekenis ‘ranzig’ is ongetwijfeld beïnvloed door rans, ranzig.

Verzomerd

Vlees of andere spijzen die bezomerd of verzomerd zijn, zijn niet fris meer. De versheid is verloren onder invloed van de zomer, als het ware. Als voedsel te lang in de zon staat, bederft het, met een onfrisse smaak en geur tot gevolg. Het woord is vooral bekend in Oost-Vlaanderen. Vroeger werd vlees niet in de koelkast bewaard zoals nu. Het hing in spek- of vliegkasten, waardoor het vaker in contact kwam met de lucht, wat het bederf natuurlijk wel bespoedigde. Het wordt vooral gebruikt in de context van vlees, zoals te zien is op de dialectkaart van dit begrip in de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten.

Sterk oosters

Bedorven vlees ruikt en smaakt vooral sterk in de Vlaamse dialecten. Soms noemt men dergelijk vlees oosters. Je hoort het, vooral in West-Vlaanderen, vaker voor de smaak dan voor de geur. Het verwees naar vis die van de Oostzee kwam. De gerookte vis die uit die streken naar hier kwam, was niet van de beste soort en begon soms al een beetje te bederven. Volgens sommigen kun je wat oosters smaakt nog wel eten. Het smaakt en ruikt wel al wat anders, maar het blijft nog eetbaar.

Er zijn nog heel wat andere woorden om de slechte, onaangename geur van bedorven voedsel te beschrijven. Vlees, boter, fruit hebben een aantal geur- en smaakwoorden gemeen, maar er is ook variatie, zoals te zien is in de Database voor de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten. Ook de geur van onfrisse kledij of slecht verluchte kamers levert weer nieuwe woorden op. Meer geurwoorden vind je in het nieuwe boek Neuswijzer. Geuratlas van de Lage Landen.

Luister ook: hoe vangen we geur in woorden? Een podcastaflevering van Over taal gesproken met Caro Verbeek.


Meer lezen