Categorieën
Over ons

Het INT in 2021

Wat deed het Instituut voor de Nederlandse Taal in 2021? Lees het hieronder in kort bestek. Het volledige verhaal staat in het Jaarverslag 2021.

Het Instituut voor de Nederlandse Taal ontwikkelt woordenboeken, (computationele) lexica, corpora en tools, en levert er data voor. De woordenboeken zijn online te raadplegen. Software en computerlinguïstische tools zijn als open source beschikbaar. Binnen en buiten het taalgebied en in samenwerking met onderzoekers en andere instellingen wil het INT een toegankelijk wetenschappelijk instituut zijn op het gebied van de Nederlandse taal en woordenschat.

De visitatie door een internationale commissie van experts in 2021 leverde een excellent eindoordeel op en lof van het Comité van Ministers.

Lees het jaarverslag 2021 (pdf)

Hieronder volgen de hoofdpunten van het Jaarverslag 2021, die een beknopt overzicht geven van de resultaten die vorig jaar door de 35 medewerkers van het INT zijn geboekt.

Nieuw in 2021

Het Woordenboek van Nieuwe Woorden (WNW), met neologismen vanaf het jaar 2000, kwam online.

In het boek Knuffelcontact en waterwappie. De kracht van nieuwe woorden gingen Vivien Waszink en Veronique De Tier dieper in op het al dan niet slagen van neologismen.

In september werd de Atlas van het dialect in Vlaanderen gepresenteerd. Ook van dit boek is INT-dialectoloog Veronique De Tier medeauteur.

Het project Woordcombinaties is gelanceerd, dat vooral taalleerders van het Nederlands houvast biedt.

Het Pinkhof Geneeskundig woordenboek is online ter beschikking gesteld. Op terminologievlak waren er ook nog de Medische Pilot en de lijst Medische Termen Belgisch-Nederlands.

De Algemene Nederlandse Spraakkunst is technisch geheel (en inhoudelijk deels) gemoderniseerd. Deze vernieuwde e-ANS vindt nu onderdak bij het INT. Aan de ANS is ook de ANK toegevoegd: de Algemene Nederlandse Klankleer.

Een vernieuwd hoofdstuk van de e-ANS.

Samen met Onze Taal maakte het INT de nieuwe podcastreeks Over taal gesproken, waarin we experts aan het woord laten over één thema binnen de taalkunde, zoals dialectologie, neologismen, terminologie, grammatica, etc.

Op het gebied van internationale samenwerking was het INT ook zeer actief. Het instituut werd Clarin B-centrum voor België en is nu ook Clarin K-centrum. Het INT werd National Competence Centre (NCC) in het ELG-project (European Language Grid) en nam de leiding in het ELRC-consortium (European Language Resources Coordination) voor Nederland. Het werd bovendien verantwoordelijk voor het ELE-project (European Language Equality).

Vernieuwd en verrijkt

De podcast Waar komt pindakaas vandaan?, met Onze Taal, kreeg een tweede seizoen.

Hoe je kunt zoeken in de historische woordenboeken is verbeeld in een korte animatievideo en een uitgebreider webinar.

Het corpus Brieven als Buit is verbeterd en er is een tweede set brieven in een corpus Brieven als Buit 2 beschikbaar gekomen. Ook het Corpus Hedendaags Nederlands (CHN), veel gebruikt door onderzoekers, is sterk uitgebreid en verbeterd. Het Corpus Juridisch Nederlands is ervan afgesplitst.

De Vertaalwoordenschat, met vertaalwoordenboeken voor minder gangbare talen, is verrijkt met Nederlands-Fins en Fins-Nederlands.

Tot de vernieuwde en aangevulde terminologieverzamelingen behoorde ook HOTNeV, een lijst termen uit het hoger onderwijs met hun Engelse equivalenten.

De informatie voor docenten, studenten en leerlingen is aangevuld op het onderwijsdeel van de INT-website.

Van de vele lezingen, mediaoptredens en publicaties zijn die laatste nu op de website te vinden.

Lopende projecten

Een paar voorbeelden van de vele projecten en samenwerkingsverbanden die in 2021 doorliepen:

Aan het Algemeen Nederlands Woordenboek zijn weer tal van lemma’s toegevoegd; het ANW is ook gekoppeld aan het nieuwe Woordenboek van Nieuwe Woorden (WNW).

De centrale woordendatabase van het INT, GiGaNT (-Hilex en -Molex), wordt aan steeds meer andere bronnen gekoppeld. GiGaNT is het computationele woordvormenlexicon dat de door het INT beschreven woordenschat bevat van het Nederlands van de 6e eeuw tot nu.

Meer lezen

Ga naar de inhoud