Categorieën
Columns & artikelen

Het eten is klaar!

Deze kreet galmde afgelopen week hier door de gang. Helaas trof ik geen maaltijd aan, maar een opgeluchte collega die het woord eten bewerkte voor het Algemeen Nederlands Woordenboek.

Een week duurde het, voor het eten echt klaar was. Eten is namelijk een zogenoemd ‘groot’ woord. Het is een basiswoord, veelgebruikt en naast een werkwoord ook een zelfstandig naamwoord. Je kunt bijvoorbeeld iets eten – letterlijk iets in je mond stoppen –, gaan eten – dat betekent zoveel als uit eten gaan – of figuurlijk uit iemands hand eten, eten voor twee, uit je neus eten of van twee wallen eten. Er zijn veel van dit soort combinaties met eten, en die worden allemaal gecheckt voor ze in het woordenboek opgenomen worden. Sommige halen het niet. Zoals wat zullen we nou eten? als uiting van verbazing. Die uitdrukking komt nauwelijks meer voor in ons hedendaagse taalgebruik. En dat nalopen, dat vreet tijd. Daarom duurt het soms wat langer voor het eten klaar is.