Over marginale klinkers.
Frank Landsbergen
De klemtoonshuffle
Dansen met nadruk.
Het verduidelijkend(e) gesprek
Wanneer zet je nou ook alweer een –e aan het einde van een bijvoeglijk naamwoord?
Wezen is nooit weggeweest
Ooit een succesnummer onder de werkwoorden, maar vervolgens agressief aan de kant gezet door het hippere zijn.
Waar mogen die slingers?
De versierkunst van bijvoeglijke naamwoorden.
De voltooide tijd? Dat is hebben of zijn + voltooid deelwoord. Toch?
Een Wout Weghorst
Elke ploeg kan een Wout Weghorst gebruiken.
Ja ja, ik eh…de verkiezingen!
Wat is ons populairste woord?
Zware zinsdelen naar rechts graag!
Het is mij, Robert!
Kloven met Pittige Tijden.
Met het links-rechtsprincipe benadruk je de belangrijkste informatie in een zin.
Een hulpwerkwoord dat stiekem een hoofdwerkwoord wil zijn.
Met ‘kunnen’ kan van alles!
Het kan zijn dat je de hulpwerkwoorden van modaliteit wel kent.
Over de volgorde van klanken in het Nederlands.
Fossielen zoeken
Ons taalgebruik is doorspekt met fossielen: taalresten van soms wel honderden jaren oud.
Lees!
De gebiedende wijs: ook voor al uw goedbedoelde adviezen!
Safariquiz
Kerstmis is niet alleen een tijd van kersttruien, -bomen en -liedjes, maar ook van quizzen. Hier komt er een: welk woord hoort niet in het rijtje thuis: wetenschapper, gieter of driewieler? Trui met kerstmotiefje Veruit de meeste woorden die we in het Nederlands gebruiken zijn geleed: ze zijn opgebouwd uit kleinere delen, zoals kersttrui en…
Wat een zinnen!
De gevoelige kant van het woordje een.
Botsende klinkers
Twee klinkers op een kussen? Daar komt een medeklinker tussen!
Er was er es een woordje
Typisch Nederlands, bescheiden en multi-inzetbaar.
Fladderige woordjes
Voor, achter en om woorden heen.
Lurven en hersenen hebben geen enkelvoud. Net als ingewanden en hurken. Hoe zit dat?
Het ene uur is het andere niet
Einstein in taal.
Veel gemak met de svarabhak(ti)
Een klinker die iedereen gebruikt, maar die maar weinigen van naam kennen.
Tsjonge jonge, deze woorden houden zich niet aan de regels!
Richting nieuwe voorzetsels
Hoe gesloten woordsoorten soms toch een beetje open zijn.
Waarom je niet alleen kunt kijken, maar ook kunt kijken-kijken.
Wat een toestand!
Naast tijd is er ook aspectualiteit.
De genitief bemoeit zich ook met voornaamwoorden.
’s Ochtends, ’s zomers en tweemaal daags: de genitief bij tijdsbepalingen.
De -s in moois is een overblijfsel van de genitiefnaamval.
Een vraag met een ontkenning stel je niet voor niks.
Het achtervoegsel -lijk kon vroeger wél zelfstandig voorkomen.
Wanneer je een gestelde vraag niet beantwoordt, maar herhaalt.
Een kleur kun je niet kleiner maken, maar toch kan iemand een ‘groentje’ zijn. Hoe zit dat?
Maak kennis met de affixoïde: een woord dat in een samenstelling een specifieke betekenis krijgt.
Zeg dat je niet hoeft te gaan, schat
Uitdrukkingen die je alleen in een negatieve omgeving kunt gebruiken.
Er zijn woorden die de vorm hebben van een voltooid deelwoord, maar dat niet zijn.